Via Chang Rai hobbelen we naar Chang Saen aan de Mekong. Chang Saen krijgt een eerder belabberde beschrijving in de reisgidsen maar het heeft echt wel zijn charmes. Het is een havenstadje dat voornamelijk handel drijft met Laos en China, Laos ligt net aan de andere kant van de Mekong, China een stuk stroomopwaarts achter Myanmar. We zitten nu diep in de gouden driehoek, of opiumland.
Als buitenlander kan je geen gebruik maken van de grensovergang, maar laotianen varen af en aan hun bootjes volgepropt met goedkope producten en vreemdsoortige voedingswaren. Iets verder op meren de gigantische Chinese vrachtboten aan, gigantisch voor rivier transport. Enorme roestbakken die liters diesel verbruiken en warmwatervoorziening hebben op zonne-energie, je moet ergens starten.
Vanaf een uur of 12 worden op de oever matjes uitgerold, eetkraampjes verschijnen, en hele families strijken neer voor een maaltijd van pikante snakehead vissoep, vis en kip gestoomd in bamboe en loei hete papaja salades.
Twee nachten later springen we alweer op een sangtaew, zo'n pick up met banken achterin, richting Mae Sai. Onze visa worden in een oogwenk ververst en zo kunnen we weer een poosje in Thailand blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten