Zowel Mae Sai aan de Thaise zijde als Taichelek aan de Birmaanse zijde hebben als enige attractie hun immense markt. Enorme hoeveelheden gedroogde paddestoelen en gepofte kastanjes worden aan de man gebracht samen met bergen namaakspullen uit China en Taiwan.
De grens opent 's morgens om 6u30 en sluit om 18u00, dan wordt de ijzeren tralie poort letterlijk dicht geschoven en verzegeld met een stevig hangslot. De opiumsmokkel is echter niet te stoppen door een hek, mensen waden door de 8 meter brede rivier, de broekspijpen opgerold. Eentje wordt betrapt en probeert al schietent te ontkomen, helaas .... hij laat ter plaatse het leven. Het is niet echt verstandig een wapen te richten op de Thaise politie. Het meisje dat ons voorziet van de nodige cafeïne doet uitgebreid verslag, ondersteund door een volwaardig mimespel. Zij kan het weten want haar 4 broers en haar vader zijn agent.
We spenderen nog een nacht in het Bamboo guesthouse voor we richting Chiang Rai trekken. 53 km slechts, maar onze meer dan corpulente chauffeur doet er dik 2 uur over. Vlakke weg, nauwelijks een bocht, volgens ons is er niet genoeg ruimte voor chauffeur en versnellingspook. Deze laatste verliest het pleit, en blijft volgens ons inzicht ergens in tweede versnelling zitten.
Des al niet te min rolt ons groene overjaarse busje nog diezelfde dag Chiang Rai binnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten